Microklimaat – structuurdiversiteit

Wat is microklimaat en structuurdiversiteit ?

Is het jou al eens opgevallen? In een bos lijkt de temperatuur altijd wat anders dan erbuiten. In de zomer is het wat frisser en in de winter net wat minder koud. Hoe komt dat toch?

Het bos heeft, wat we noemen, een microklimaat. De bomen zorgen voor schaduw én koelen zelfs actief de omgeving af.

Het microklimaat wordt gevormd door verschillende aspecten, één daarvan is de verticale structuurdiversiteit.

Het bos is in de hoogte theoretisch onder te verdelen in verschillende lagen. Je start bij de moslaag. Dat is de laag het dichtst bij de grond met mossen en andere zeer kleine plantensoorten. Daarboven start de kruidlaag. Die bestaat uit niet-houtige planten zoals de bosanemoon en de sleutelbloem. Vervolgens start de struiklaag met houtige planten die niet zo groot worden als bomen. Tot slot heb je de boomlaag. Die boomlaag is echter wat complexer aangezien een goede boomlaag niet enkel uit volwassen, grote bomen bestaat. Een goede, structuurrijke boomlaag heeft ook kleine zaailingen in de kruidlaag, jonge bomen in de struiklaag, iets oudere bomen in de tussenetages en natuurlijk ook grotere bomen in de hoofdetage. Ook staand en liggend dood hout en hangende dode takken creëren op hun beurt allemaal meer structuurdiversiteit.

Hoe meer structuurdiversiteit er is, hoe meer miniplekjes je krijgt waar er specifieke omstandigheden heersen. Zo kan er op die plaats net wat meer schaduw zijn, waardoor het er vochtiger en koeler is of net omgekeerd.

Microklimaat en Klimaatverandering

Lees meer

Door het microklimaat in een bos is de temperatuur en de vochtigheidsgraad binnenin het bos wat gebufferd van de buitenwereld. Bij hittegolven is een bos met een sterk microklimaat dus hittebestendiger.

Hoe verwezenlijken we dit?

Lees meer

De verticale structuurdiversiteit kan beïnvloed worden door nieuwe bomen en struiken aan te planten of door de bestaande boomlaag te diversifiëren. Dit kunnen we proberen bereiken door selectief bomen te kappen om meer licht te bieden aan jongere boompjes. Als er al een goede verticale structuurdiversiteit is, is het de taak van de beheerder om dit zo goed mogelijk te onderhouden.

Deze pagina is een onderdeel van de klimaatwandelpaden.

Opdracht: Het bosverhaal 1.0 (denken; actie ++)

Laat iemand het verhaal hieronder voorlezen. Bij bepaalde woorden moet je iets doen. Je kan er ook een wedstrijd van maken en dit zo snel mogelijk doen.

  • Kruid: ga plat op de grond liggen.
  • Struik: maak je tot een bolletje.
  • Boom: maak je zo groot mogelijk.
Bosverhaal

Kennen jullie Elise de Speelse Eekhoorn? Da’s een superhandige eekhoorn die in dit bos woont. Ze springt graag van de ene naar de andere BOOM. Daar zit ze veilig en kan ze de bosbodem goed bekijken. Soms durft ze al eens af te dalen naar een STRUIK. Een typische soort is de hazelaar waar ze heerlijke hazelnootjes van kan plukken. Als zo’n hazelnootje valt moet ze afdalen tot de KRUIDlaag. Daarop liggen ook superveel andere nootjes zoals eikels en beukennootjes. Is er gevaar? Dan kan ze razendsnel terug via de STRUIKEN tot in een hoge BOOM geraken.

Elise is niet alleen in het bos. Lila het Lieveheersbeestje leeft er ook. Zij leeft in de KRUIDlaag. Daar warmt ze zich op aan de zonnestralen die op de blaadjes vallen. Dat vindt ze zalig! Soms vliegt ze al eens omhoog, maar nooit tot in de kruinen van BOMEN. Op een STRUIK vind je haar wel geregeld terug.

En zo heeft ieder bosdier zijn eigen favoriete laag. Sommigen leven graag in de KRUIDlaag, andere in de BOOMlaag en nog anderen in de STRUIKlaag. Hou je ogen goed open en ontdek wie er nog allemaal in het bos leeft.

Opdracht: Het bosverhaal 2.0 (denken; actie++)

ik doe mee!

Laat iemand onderstaand verhaaltje voorlezen. Telkens een bepaalde laag wordt benoemd moet je die proberen aantikken (als ze aanwezig is).

Bosverhaal:

Kennen jullie Elise de Speelse Eekhoorn? Da’s een superhandige eekhoorn die in dit bos woont. Ze springt graag van de ene naar de andere BOOM. Daar zit ze veilig en kan ze de bosbodem goed bekijken. Soms durft ze al eens af te dalen naar een STRUIK. Een typische soort is de hazelaar waar ze heerlijke hazelnootjes van kan plukken. Als zo’n hazelnootje valt moet ze afdalen tot de KRUIDlaag. Daarop liggen ook superveel andere nootjes zoals eikels en beukennootjes. Is er gevaar? Dan kan ze razendsnel terug via de STRUIKEN tot in een hoge BOOM geraken.

Elise is niet alleen in het bos. Lila het Lieveheersbeestje leeft er ook. Zij leeft in de KRUIDlaag. Daar warmt ze zich op aan de zonnestralen die op de blaadjes vallen. Dat vindt ze zalig! Soms vliegt ze al eens omhoog, maar nooit tot in de kruinen van BOMEN. Op een STRUIK vind je haar wel geregeld terug. En zo heeft ieder bosdier zijn eigen favoriete laag. Sommigen leven graag in de KRUIDlaag, andere in de BOOMlaag en nog anderen in de STRUIKlaag. Hou je ogen goed open en ontdek wie er nog allemaal in het bos leeft.

Opdracht: Tot welke laag hoor jij? (zoektocht; actie ++)

Ik zoek het uit!
Ga tot aan de volgende stop op zoek naar een boom of struik die even groot is als jou.